Leidraad
Innovatie: de technologie voorbij
Het PBL concludeert dat in de praktijk circulair vaak verengd wordt tot recycling. Een mooie (eerste) stap richting circulariteit, maar door enkel te recyclen blijven we te veel hangen in het optimaliseren van bestaande (productie)processen en gaan we de doelstellingen voor een Circulair Zuid-Holland in 2030 en 2050 niet halen. Een compleet nieuw perspectief is nodig waarin we anders denken, doen en organiseren. Vanuit de vernieuwersnetwerken wordt daarom gewerkt aan doorbraakprojecten én organiseren we pilots. Belangrijk is dat we samenwerken met een breed scala aan spelers, in de productieketen en daarbuiten.
Wat hebben we in 2022 gedaan
De inzet van de provincie in 2022 is gericht op doorbraakprojecten en pilots.
Doorbraakprojecten
De provincie Zuid-Holland heeft in juni 2022 de ‘innovatie-aanpak’ vastgesteld. De innovatie-aanpak richt zich op doorbraakinnovaties. Om verandering te realiseren zijn ‘doorbraakprojecten’ nodig.
Projecten die demonstreren dat nieuwe bedrijfs- en verdienmodellen levensvatbaar zijn. In deze projecten werken koplopers met elkaar aan het doorbreken van huidige structuren die de circulaire samenleving belemmeren, benutten de kansen voor nieuwe verdienmodellen, zoeken nieuwe (coöperatieve) samenwerkingsverbanden en vereisen daarmee een andere kijk op bestaande praktijken en gedrag. Ze maken het onmogelijke en ondenkbare mogelijk, tastbaar en zichtbaar. In doorbraakprojecten worden de grenzen van het lineaire systeem opgezocht.
Hierdoor worden de barrières ontdekt die het moeilijk maken om circulair te ondernemen. Deze barrières zijn voeding voor nieuw overheidsbeleid of de aanpassing van bestaand beleid. Daarmee zijn doorbraakprojecten essentieel als brug tussen uitvoering en beleid. Als instrument om doorbraakprojecten te ondersteunen is de Subsidieregeling circulair Zuid-Holland opgesteld. Eind 2022 is deze opengesteld (zie: Openstellingsbesluit) voor de eerste doorbraakprojecten voor het vernieuwersnetwerk Natuurlijke Reststromen.
Pilots:
In onze netwerken signaleren we geregeld vraagstukken waar een oplossing voor nodig is. Om dit te behelpen organiseren we pilots. Dit zijn proeven, challenge(s) of (product)innovaties die in de praktijk worden uitgevoerd als oplossing van een maatschappelijk probleem voor een circulaire samenleving. Soms zijn het de kleine voorbeelden die potentie hebben voor de toekomst en is het belangrijk om small wins te boeken om de transitie tastbaar te maken, een reeks van small wins kan zorgen voor grootschalige transformatie[1]. Als een pilot de kenmerken van transitie in zich heeft én van de output geleerd kan worden is het waard om deze te starten. Bijvoorbeeld de challenge ‘Biobased isolatie’ in 2022. Door ondernemers uit te dagen komen zij met innovatieve oplossingen, in deze challenges wordt gestuurd op hogere R-strategieën. In de praktijk zien we dat veel van de oplossingen die tijdens een challenge zijn gecreëerd haar doorgang vinden. Bijvoorbeeld het Hollands Wol Collectief dat nu bezig is met het testen van ‘de Wollen Werkplek’ in het provinciehuis. Waar doorbraakprojecten vaak in coalities worden uitgevoerd worden pilots vaker uitgevoerd door enkele partijen.
Verschil tussen normale innovatie en doorbraakinnovatie
In onderstaande tabel wordt het verschil tussen normale innovaties en doorbraak innovaties aangegeven. De normale innovaties worden door bijna alle financieringsregelingen en innovatiesystemen ondersteund. Doorbraakinnovaties niet, en dat is nodig!
Doorbraakproject Natuurlijke Reststromen
Richard Liebrechts is medeoprichter van het Grondstoffen Collectief Nederland. Dit collectief houdt zich bezig met het opzetten van grondstoffenketens in de bodem, bouw en buitenruimte. Over het algemeen zijn deze ketens gebaseerd op (natuurlijke) reststromen uit de openbare ruimte. We spreken Richard over zijn betrokkenheid bij het doorbraakproject ‘Grondstoffenketens op basis van natuurlijk restromen in Rijnland’, dat vanuit het Vernieuwersnetwerk Natuurlijke Reststromen haar oorsprong vindt.
Welke inzichten heeft dit gebracht
1. Doorbraakprojecten vragen tijd om te groeien en eigenaarschap te creëren.
Een doorbraakproject bestaat uit verschillende partners die een gezamenlijk belang hebben om een vraagstuk aan te pakken. Het vraagstuk is vaker maatschappelijk dan technologisch van aard. Het gaat om samenwerking, niet om passend beleid, wet- en regelgeving of andere zaken. Partners uit de productieketen zijn nodig voor de technologische kant, maar ook overheden, kennisinstellingen of maatschappelijke organisaties zijn nodig om het onderliggende probleem aan te pakken. Dit vraagt tijd om te groeien, vertrouwen op te bouwen en (gedeeld) eigenaarschap te creëren. Het vraagt om goede (proces)begeleiding en perspectief. Een doorbraakproject dat slaagt zal grote verandering brengen. Vaak duurt de totstandkoming wel langer dan bij een technologische innovatie. Daar moeten we oog voor hebben en als provincie langdurig op inzetten. Hoe dat in de praktijk werkt zie je in het interview met Richard Liebrechts.
2. Pilots hebben meerdere doeleinden
Pilots zijn proeven, challenge(s) of (product)innovaties die in de praktijk worden uitgevoerd als oplossing voor een maatschappelijk probleem voor een circulaire samenleving. We zien vaak dat deze opgelost kunnen worden door innovatieve ondernemers. Een pilot starten helpt om wat (leer)ruimte te creëren, er mag vaak iets meer dan in een regulier project. Daarmee biedt het kansen om te leren wat nodig is voor de transitie, om het probleem op te lossen en te komen tot een eerste small win. Bijvoorbeeld omdat initiatiefnemers op de deur kloppen van het huidige systeem en zoekend zijn naar antwoorden op belemmeringen en perverse spelregels. In de praktijk zien we dat ‘het probleem oplossen’ maar één doel is van een pilot. Tijdens pilots merkten we dat het ook helpt om de energie te toetsen op een onderwerp, om later een netwerk te starten. Het helpt om een keten op gang te helpen én om samenwerking tussen partijen te stimuleren. Daarnaast brengt het pilot proces ons het inzicht dat deze pas écht effect heeft als de provincie nauw betrokken blijft.
3. Het nieuwe past niet automatisch in het bestaande
In de pilots van doorbraakprojecten vormt het huidige systeem een uitdaging. We zien vernieuwers tegen de grenzen van het bestaande systeem aanlopen. De businesscase van een doorbraakproject is vaak niet (gelijk) rendabel. Daarnaast is er vaak sprake van partijen die bestaande posities en relaties verdedigen en staan wetten en regels in de weg. Dit vraagt om een overheid die experimenteerruimte biedt en risico’s durft te nemen. Als provincie is het daarom belangrijk om de doorbraakprojecten die we experimenteerruimte bieden continue te volgen en reflexief te monitoren[2]. Een voorbeeld van een dergelijke aanpak is te vinden in de Voedselfamilies[3] van de Provincie Zuid-Holland. Door reflexief te monitoren kunnen de geleerde lessen uit meerdere doorbraakprojecten gebruikt worden om barrières in het systeem op te lossen en daarmee de weg te plaveien voor andere circulaire ondernemers. Zo creëren we maximale impact. Gezien de eerste doorbraakprojecten pas net zijn begonnen is dit stadium van monitoring nog niet bereikt.
Voetnoten
[1] https://www.wur.nl/en/newsarticle/rapport-small-wins-aanpak-voor-de-transitie-opgaven.htm
[2] Reflexief monitoren: Bij reflexieve monitoring ligt het accent op leren en bijsturen, gericht op structurele verandering. De meeste benaderingen voor monitoring gaan uit van meten en afrekenen, maar dat staat haaks op wat we weten over sociaal-maatschappelijke transities, die vol zitten met onzekerheid en controverse. (https://drift.eur.nl/nl/cursussen/masterclass-reflexief-monitoren/)
[3] https://drift.eur.nl/nl/cases/voedselfamilies-zuid-holland/
Elke dag beter. Zuid-Holland.
Provinciehuis Zuid-Holland Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag