Slot

Voor een transitie is het niet mogelijk om precies aan te geven welke activiteiten er de komende vier jaar gaan plaatsvinden. Het is geen lineair proces, maar een waarin we kantelpunten, onverwachte effecten, weerstand en kansen kunnen verwachten. Het is een proces dat zich niet laat managen, maar wel vraagt om alertheid om kansen te grijpen of om ongewenste effecten tegen te gaan. Er zijn geen blauwdrukken voor de circulaire transitie en deze laat zich niet als een programma uitrollen. Inherent aan het werken aan een transitie zijn kortcyclisch lerend organiseren (‘je moet doen om te weten wat je moet doen’), het maken van fouten, het hanteren van complexiteit en het handelen op basis van onvolledige kennis. Reflecteren op onze activiteiten en op basis hiervan beter resultaat bereiken zorgt ervoor dat we het goede blijven doen. Hierbij maken we gebruik van wetenschappelijke kennis en modellen, zoals de X-curve en het markttransformatiemodel, en houden we in de gaten hoe de kennis over transities zich ontwikkelt, specifiek waar het gaat om de rol van de overheid en de provincies. Werken in en aan de circulaire transitie vraagt flexibiliteit en ruimte om te bewegen. Om niet activiteiten vast te zetten in een vierjarenprogramma, maar dit jaarlijks te evalueren. Daarom vertalen we elk jaar deze geactualiseerde strategie naar activiteiten die deze richting en ambitie nader invullen.