Leerervaringen
Hoe een toekomstige circulaire maatschappij er precies gaat uitzien weten we niet. Dat gaan we de komende jaren samen ontdekken. Veel weten we nog niet en ondervinden we pas als we aan de slag gaan. Continue reflecteren en kennis blijven delen is daarom noodzakelijk. Hiervan leren we wat we anders moet in onze aanpak en waar beleid, regelgeving en instrumentarium aanpassing vraagt om de circulaire transitie te ondersteunen. In dit stuk staan onze leerervaringen van de afgelopen twee jaar inclusief een rondetafelgesprek met de wethouders van Goeree-Overflakkee en de Hoeksche Waard.
De circulaire transitie komt op gang
De circulaire transitie staat nog aan het begin. Voor een flink deel van de bedrijven is circulair een nieuw thema. En van de bedrijven die zich ermee bezighouden zijn de innovaties voor het overgrote deel gericht op recycling en het optimaliseren van het bestaande product met (iets) minder materiaal. Radicale veranderingen worden vaak nog niet toegepast. Dit is landelijk het beeld, ook in Zuid-Holland. Deze radicale innovaties (doorbraakprojecten) zijn echter belangrijk en dragen bij aan de circulaire doelen. Op de lange termijn zal de transitie alleen slagen als de marktketens zich gaan richten op het verlengen van de levensduur van producten en het hergebruik van onderdelen en grondstoffen. Dit ondersteunt door duurzame verdienmodellen.
Met de vernieuwersnetwerken en stimuleren van innovaties in de keten zien we dat er ruimte komt om out of the box te denken en systeeminnovaties te laten ontstaan, bijvoorbeeld bij de bouw van gehele biobased prefab woningen in plaats van stenen stapelen. Hiervan leren en kijken we wat er qua regelgeving, beleid en instrumenten nodig is om de transitie verder te brengen.
Kies en ga aan de slag
Een transitie is een onzeker proces waar geen blauwdruk voor is. Daarom is het nodig om een keuze te maken, de stap naar voren te doen en te kijken wat dit oplevert.
Soms merk je daardoor dat een sector nog niet klaar is om de volgende stap te zetten richting circulariteit. Zo ervaarden wij in de Plastic P>Act Challenge dat plastic retoursystemen in de tuinbouw nog een brug te ver is. We gaan dat nu samen met spelers uit de tuinbouw- en logistieke wereld verder verkennen. De onzekerheid van transities vragen een betrokken overheid en een lange adem. Een goed en vitaal netwerk met doorbraakprojecten staat er immers niet in één of twee jaar. De faciliterende rol van de provincie in deze opbouw fase is van groot belang en vraagt dus continuïteit, meerjarige aandacht en betrokkenheid. Dit zien we ook in andere provinciale opgaves, zoals in het netwerk van de Voedselfamilies of Groene Cirkels.
Vernieuwersnetwerken werken
De transitieaanpak waarin een netwerk van koplopers samen aan de slag gaat om een circulair vraagstuk hanteerbaar te maken werpt zijn vruchten af. Het maakt maatschappelijke energie vrij en brengt de samenwerking op gang tussen ondernemers, onderzoekers en ambtenaren die anders niet waren ontstaan. Het geeft inzicht wat nodig is om de circulaire transitie op een thema te versnellen. Transitie denken helpt richting geven aan complexe maatschappelijke opgaves. Door het groepsproces gaan vernieuwers sneller van idee naar actie en worden er cross-sectorale verbindingen gemaakt die niet vanzelf tot stand komen. Bijvoorbeeld bouwers en landbouwers die bij elkaar komen om te kijken naar de verwaarding van natte teelten zoals riet en lisdodde.
De kracht van samen optrekken: ook intern
De transitie naar een circulaire samenleving raakt (bijna) elk beleidsveld van overheidsorganisaties van mobiliteit tot landbouw. Alleen wanneer circulair een ‘normaal’ onderdeel van al het werk van de overheid is zal de transitie slagen. Daar zijn we nu nog niet. Circulair wordt nog niet altijd gezien als een onderwerp dat effect heeft op het dagelijks werk. Het voelt soms nog als een extra opgave. Eigenaarschap, kennis en vakmanschap voor circulair zal de komende jaren in alle beleidsvelden gaan groeien. Door te doen en te leren. De eerste resultaten zoals de renovatie van het provinciale bestuursgebouw en de aanpassingen van de catering laten zien dat het kan.
Provincie kan rol als midden bestuur goed vervullen
Bij de verschillende vernieuwersnetwerken is actief de verbinding gezocht met zowel lokale, regionale als initiatieven op rijksniveau. Op regionaal niveau zien we dat de provincie meerwaarde levert door aan te jagen, te verbinden en te faciliteren waar nodig. Bijvoorbeeld in de Zuid-Hollandse Eilanden waar circulair een speerpunt is in de regiodeal. Ook zien we dat vernieuwersnetwerken de verbinding zoeken met het nationale niveau. Goede voorbeelden zijn de City Deal Conceptueel en Biobased Bouwen en het opnemen van de thema’s circulaire zon- en windenergie in het landelijke uitvoeringsprogramma circulaire maakindustrie (UPCM).
Circulaire projecten komen door nieuwe samenwerking en netwerken
In de circulaire transitie zie je vaak dat bestaande netwerken en ketens niet de oplossing van de toekomst bevatten. Opschalen vraagt nieuwe verbindingen en coalities. Dat betekent dat het opstarten van circulaire projecten extra aandacht vraagt. Niet alleen de inhoud of de techniek vraagt om vernieuwing, dit geldt ook voor de samenwerking en netwerken. Door het samenwerken in vernieuwersnetwerken en vormgeven van (doorbraak)projecten worden zichtbare stappen gezet. Dit vraagt tijd, aandacht en instrumentarium.
Bijvoorbeeld in de aanpassing van de beleidsregel organische reststromen, hierdoor zijn meerdere pilots in het vernieuwersnetwerk Natuurlijke Reststromen mogelijk gemaakt.
Ook kennisontwikkeling en deling is hierbij van belang. De provincie kan helpen dit vorm te geven zoals bij microplastics en het kennisschakelpunt voor Zeer Zorgwekkende Stoffen.
Inkoop en subsidies belangrijk voor aanjagen transitie
Veel van de bestaande inkoop en subsidie instrumenten zijn nog niet of ten dele gericht op de ondersteuning van de circulaire transitie. Innovatieregelingen zijn vaak gericht op ondersteuning van productinnovaties terwijl bij circulair juist de innovatie en samenwerking in de keten de grootste drempel vormt. Deze wordt dan vaak niet ondersteund. Daarnaast zijn financiële beoordelingssystematieken – voor bijvoorbeeld projecten – nog gebaseerd op een lineaire economie. Bij inkoop is het vroeg consulteren van de markt noodzakelijk om mee te denken over hoe je innovatief kan uitvragen, om zo creatieve circulaire oplossingen de ruimte te geven. Dit is nog volop in ontwikkeling, ook bij de provincie. Met vaststelling van nieuwe inkoopbeleid (2020) hebben we als provincie de eerste stap gezet voor onze eigen organisatie. In het Startup-In-Residence programma worden circulaire ondernemers gekoppeld aan onze inkoopbehoeftes.
Je moet het samen doen
Dankzij de eilandmentaliteit, je moet het samen doen, maken de Hoeksche Waard en Goeree-Overflakkee grote stappen op het gebied van hun circulaire economie. Waar kan de Provincie deze twee vooruitstrevende gemeenten ondersteunen in hun streven? Wethouders Tea Both en Paul Bogaard gaan in gesprek.