Als kathedraalbouwers werken aan brede welvaart: de visie van Kim Putters
Foto's op deze pagina: Jerry Lampen
Brede welvaart stimuleren is een complex proces dat veel toewijding vraagt van politici en beleidsmakers. Het vraagt om een langetermijnvisie, of ‘goed voorouderschap’ in de woorden van bestuurder Kim Putters. Hij monitort al lange tijd alle facetten van de maatschappij en brengt daar concrete beleidsadviezen over uit, eerst jarenlang als directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en de laatste jaren als voorzitter van de Sociaal-Economische Raad (SER) en als Universiteitshoogleraar ‘Brede Welvaart’ aan Tilburg University. Het waarborgen en daadwerkelijk realiseren van brede welvaart is een moeilijke opdracht, en daarom geeft Putters concrete adviezen om rekening mee te houden.
In beeld hebben en keuzes maken
Eén van de belangrijkste voorwaarden om beleid voor brede welvaart te realiseren, zo benadrukt Putters, is alles goed in beeld hebben. Immers, alle domeinen zijn hiermee gemoeid ─ werken, leren, zorg, economie, onderwijs, ecologie ─ en elk domein zit anders in elkaar. Een evenwichtige afweging kan pas worden gemaakt als goed duidelijk is wat er in al die domeinen precies speelt. Vervolgens is het belangrijk om doelen en prioriteiten te stellen. Zo voorkom je dat ‘brede welvaart’ een containerbegrip wordt waar alles onder valt. “Brede welvaart op zichzelf is niet politiek, het is niet links of rechts. Maar wat je belangrijk vindt en welke keuzes je maakt, dat is natuurlijk wel politiek.” Vervolgens gaat het om samenwerken met betrokken partijen, zodat een visie niet blijft hangen in documenten en rapporten. Daar is moed voor nodig, aldus Putters. Ook zijn nieuwe vormen van bestuur en organisatie noodzakelijk die zorgen voor een heldere inrichting van het besluitvormingsproces, met goede samenspraak en duidelijke participatievormen.
Goed voorouderschap
Putters memoreert hoe hij een aantal jaar geleden voor de provincie Noord-Brabant een lezing hield voor de serie ‘Kathedralenbouwers’, en in die titel schuilt een metafoor die tevens als belangrijk advies kan worden gezien. “Toen eeuwen geleden die imposante kathedralen werden gebouwd, was dat altijd voor de volgende generaties. De mensen die met de stenen sjouwden wisten dat ze het eindresultaat zelf nooit zouden meemaken. En dat is precies hoe het met brede welvaart ook werkt, je focust je op beslissingen die voor de volgende generaties relevant zijn. Vandaar dat je kunt spreken over ‘goed voorouderschap’. Dat betekent langjarig investeren, en een lange adem hebben.” Putters erkent dat dit lastig kan zijn, omdat het een hele andere manier van denken vergt. Zeker voor politici, die de hele dag worden aangesproken op dingen die nu niet goed gaan. Dat maakt kiezen voor kant-en-klare oplossingen verleidelijk, beslissingen moeten nemen die veel verder weg liggen kan een ondankbare taak zijn. “Soms moet je je zelfs realiseren dat we misschien niet op dit moment de oplossing van het probleem vinden.” Het is dus niet altijd eenvoudig om tijdens je handelen te denken als een kathedraalbouwer.
Redenen tot optimisme
Toch zijn er ook veel dingen die goed gaan, en blijft Putters graag optimistisch. “We hebben steeds betere informatie, niet alleen nationaal maar ook provinciaal. Zuid-Holland bouwt aan een Monitor Brede Welvaart en er zijn planbureaus en onderzoeksbureaus die goede en nuttige inzichten hebben.” Dat helpt met het beter onderbouwen van beslissingen, zodat die ook beter uitlegbaar worden. “Het is mooi om te zien dat Zuid-Holland brede welvaart niet als extra taak ziet, maar als een denk- én doekader dat helpt om keuzes breder te onderbouwen.”
Een tweede belangrijk pluspunt is het vastleggen van brede welvaart-doelen in akkoorden. Hier zet Zuid-Holland stappen naartoe, door bij de versterking van de economie en samenleving een brede welvaartperspectief centraal te stellen. “Door doelen vast te leggen worden ambities ook controleerbaar, bijvoorbeeld door de Provinciale Staten. Dan kan je het gesprek met gemeentebestuurders ook concreter aangaan.” Als derde positieve punt noemt Putters dat instanties zoals de Algemene Rekenkamer en de Raad van State, evenals alle planbureaus, ook het afwegingskader van brede welvaart hanteren. Zo raakt alles steeds beter op elkaar aangesloten.
De korte termijn wordt vaak overschat en de lange termijn onderschat.
Participatie en maatschappelijk draagvlak
Ook is Putters positief over het feit dat steeds meer partijen meepraten bij besluitvorming, en dan niet alleen de usual suspects. Jongeren-, natuur- en milieuorganisaties worden bijvoorbeeld steeds vaker uitgenodigd. De spelregels voor wie er mag meepraten zijn duidelijk verruimd en dat zorgt ervoor dat de afweging op provinciaal niveau ook rijker wordt. Wel is het van groot belang dat de randvoorwaarden voor die participatie op orde zijn. Hiertoe heeft de SER een participatiewijzer ontwikkeld, die aanduidt op welke vormen participatie kan worden georganiseerd. “Bij elke vorm is het van belang dat de randvoorwaarden duidelijk zijn, men moet duidelijk communiceren welke informatie wel of niet gedeeld kan worden, tot op welke hoogte inspraak mogelijk is en wie uiteindelijke beslist. Anders loop je het risico op teleurstellingen.”
Putters benadrukt dat bij het uitvoeren van grote maatschappelijke opgaves zowel politiek als maatschappelijk draagvlak cruciaal zijn. “Bij sommige grote dossiers zijn doorbraken uitgebleven omdat dat maatschappelijk draagvlak ontbrak, wat gewoon cruciaal is. Je moet mensen meenemen voor een goede uitvoering, en daar is participatie voor nodig. Daarmee kom je ook echt bij het hart van waar de SER voor bestaat.” Wel is het belangrijk om een onderscheid te maken tussen mensen die niet gehoord zijn en mensen die wel gehoord zijn, maar het niet eens zijn met de beslissing. “Het niet horen van mensen is niet verstandig, als mensen belanghebbenden zijn. Maar als je mensen wel hoort en ze zijn het er niet mee eens, is dat voor hen heel jammer maar dan is er in ieder geval een gezond politiek debat gevoerd.”
Samen praktisch aan de slag
Er gaan veel zaken goed, maar Putters waarschuwt wel dat er risico’s op de loer liggen. “Je wilt data en gegevens goed in beeld blijven houden, maar we verwachten de komende tijd ook bezuinigingen. Dan is het heel makkelijk om te bezuinigen op onderzoek, terwijl dat juist zorgt voor goede informatievoorziening. Het op orde houden en goed organiseren van informatie is echt cruciaal voor brede welvaart, voor iedereen.” Het is daarom van groot belang om de verschillende bronnen waarmee je kennis naar boven haalt goed te bewaren in een organisatie. Ten slotte is het ook van groot belang om praktisch aan de slag te gaan, en de handen ineen te slaan. “Onderzoekers, bestuurders en andere belanghebbenden kunnen er zo samen voor zorgen dat plannen niet alleen op papier staan maar ook in de praktijk worden gebracht. Brede welvaart gaat over ons allemaal, we hebben er allemaal belang bij, dus we kunnen de plannen het beste tot uitvoering brengen door de handen ineen te slaan.”
Je moet mensen meenemen voor een goede uitvoering, daar is participatie voor nodig.